PREEK VAN DE WEEK:  Hoogfeest van het Heilig Hart van Jezus, tevens Kerkwijding (Jaar A) kleur: wit

Lezingen: Deuteronomium 7, 6 - 11
Eerste brief van de heilige Apostel Johannes 4, 7 - 16
Evangelie volgens Mattheus 11, 25 - 30

Kerkwijding en H. Hartfeest. Wat hebben zij met elkaar te maken?

In de lezingen van het H. Hartfeest hoorden we in de eerste plaats de uitverkiezing van het volk, "dat aan de Heer gewijd is". God koos het volk uit, en verbond zich met het volk "omdat Hij het liefhad." De drijfveer van de schepping, het verbond met het volk Israël, en met ons in het nieuwe verbond in Christus is de liefde van God voor de mens. Het is de liefde die Johannes bezingt in de 2e lezing van vandaag: "God is liefde", en die liefde heeft Hij niet in zichzelf bewaard, nee, Hij heeft zijn Zoon gezonden, "om ons het leven te brengen", en dat heeft Hij gedaan omdat Hij "ons zozeer heeft liefgehad". Dat alles heeft Hij in ons geopenbaard in Christus, wij die Gods eigen kinderen genoemd worden. Daarmee zijn de lezingen van vandaag een getuigenis van Gods liefdesverbond naar ons toe. Hij heeft zichzelf aan ons gegeven, en het grootste teken daarvan is het liefdesoffer van Christus op het kruis.

Het H. Hartfeest vindt zijn oorsprong op het kruis, waar de soldaat de zijde van de Heer opende met een lans, waarbij er bloed en water uitkwam. Het leven dat God in Jezus Christus aan ons heeft gegeven, zoals Johannes zegt, wordt wel heel letterlijk verbeeld door dit geopende hart. Het bloed is het symbool van het leven van de mens, zeker in de joodse manier van denken. Het water is voor de mens een ander principe van leven, aangezien de mens niet zonder kan. In geestelijke zin is het bloed een verwijzing naar de eucharistie waarin wij zijn lichaam en bloed mogen nuttigen. Het water verwijst geestelijk naar de doop waarin wij het nieuwe leven hebben ontvangen. En dat geeft God ons uit liefde. Zo zouden wij de kern van het H. Hartfeest mogen samenvatten.

Kerkwijding lijkt wat anders. Het is de ingebruikneming en zalving van het gebouw, in deze kerk nu bijna 70 jaar geleden. Het gebouw wordt de woonplaats van de Heer, Hij komt in het tabernakel zijn tent bij ons opslaan, en het gebouw is daarmee exclusief voor Christus bestemd. De komst van de bisschop in een parochie, om het gebouw aan God toe te wijden, heeft echter ook een geestelijke betekenis voor de gelovigen zelf. Wij zijn immers zelf tempels van Gods Geest, dankzij de doop en de opname in zijn volk. In ons eigen hart woont Gods liefde, en in de verbondenheid met de opvolgers van de apostelen en elkaar vormen wij een gezin, een familie. De komst van een bisschop als opvolger van de apostelen; het hebben van een huis van samenkomst en gebed waar Christus woont, het ontvangen van een gewijde herder die "in persona Christi" het heil van Christus present mag stellen, maakt van een groep mensen een gemeenschap, maakt van een wijk een parochie, maakt van zwervende gelovigen een volk des Heren.

Op twee manieren laat God dus zien dat Hij intens om de mens bekommerd is, en zijn liefde geeft, en in die zin passen H. Hartfeest en kerkwijding bij elkaar. In het H. Hartfeest zien wij de liefde van Christus in doop en eucharistie, zoals zijn offer aan ieder van ons persoonlijk is gegeven. In de kerk die ons wordt gegeven, zien wij Gods liefdevolle zorg voor ons als volk, en ervaren wij hoe wij als afzonderlijke personen thuis raken in een gemeenschap.

Dat alles wordt samengevat onder de noemer: ‘wijding’. Niet alleen is het gebouw gewijd, op de plaatsen waar nu de kaarsen branden. Maar wij allen zijn in de doop gewijd tot Gods kinderen, Hem toegewijd. Als volk zijn wij samen kerk, en als gemeenschap de Heer gewijd, zoals de 1e lezing aangeeft. Maar zelfs mogen we zeggen: God is aan ons gewijd. Kerkwijding is wederzijds, en in de geest van Johannes kunnen we zelfs zeggen: Gods liefde wijdde zich eerst aan ons, alvorens wij aan Hem gewijd konden zijn. Deze wijding is dan ook een ander woord voor het verbond dat God met ons sluit, hetzelfde vernieuwde verbond waar de 1e lezing naar verwijst.

Hopelijk kunnen wij onszelf verheugen over dit dubbele feest. God heeft ons het eerst liefgehad. Christus heeft zich aan ons gegeven op het kruis en zijn H. Hart geopend. In de kerk - als gebouw en gemeenschap - mogen wij zijn liefdevolle herderlijke zorg herkennen. Hij heeft zich aan ons toegewijd in het verbond. Mag dit alles voor ons een uitdaging zijn om de liefde terug te geven. Wijden wij ons, persoonlijk en als gemeenschap, aan Hem toe. En geven wij de liefde die wij hebben ontvangen dan door aan onze broeders en zusters om ons heen. Dan is dit feest van liefde en wijding voor allen vruchtbaar. Amen.

Terug naar begin van de preek

es